De klassieke rijkunst richtte zich van oorsprong op het opleiden van een gebruikspaard; onder andere voor oorlogsvoering en stieren hoeden. Van een goed opgeleid paard werd verwacht dat het op de plaats scherpe wendingen kon uitvoeren, alsmede bepaalde manoeuvres ter aanval en verdediging. Subtiel contact met de ruiter, verzameling en kunnen reageren op zithulpen waren onontbeerlijk. Was een ruiter niet in staat zijn paard zodanig op te leiden, dan was de natuurlijke selectie onverbiddelijk; een dergelijke combinatie bleef niet lang staande in oorlog of oog in oog met een woest beest. Logischerwijs werden dus de beste ruiters en paarden geselecteerd. 

De basisopleiding van een dergelijk klassiek opgeleid paard nam al gauw 6-8 jaar in beslag, en de opleiding van een ruiter nog langer. Een ruiter kreeg vaak eerst jarenlang zitles op een hoog opgeleid paard voordat deze ruiter zelfstandig ging rijden. Hierdoor ontwikkelden deze ruiters een enorm verfijnd ruitergevoel.

De opleiding van oorlogspaarden werd gedaan door een speciale paardentrainer, die hier jaren tijd en aandacht in investeerde en de beste paarden selecteerde voor de eigenaren. Oorlogsvoering te paard was dan ook een kostbare zaak die alleen voor de elite toegankelijk was. 

Toen de noodzaak van opgeleide oorlogspaarden verdween, bleef de klassieke rijkunst over als een kunstuiting en een manier voor rijke burgers en officieren om zich aan publiek te tonen. In de afgelopen 100-150 jaar is er een belangrijke verschuiving opgetreden in ons leven met paarden. Tegenwoordig groeien de meeste mensen niet meer op met paarden, en we hebben geen hogeschool paarden tot onze beschikking om op te leren rijden. We staan qua gevoel, ervaring en inzicht nu verder van deze dieren af dan vroeger. Dit heeft geleid tot een verlies aan kennis; we weten vaak niet meer precies hoe we met paarden moeten omgaan en hoe we deze moeten opleiden. Omdat onervaren mensen op onervaren paarden rijden zien we tegenwoordig veel problemen ontstaan die vroeger niet of veel minder voorkwamen. Een van de belangrijkste doelen van het Ridderschap van de Academische Rijkunst is om de kennis van vroeger weer toegankelijk te maken en te verspreiden onder paardeneigenaren.