Het Ridderschap van de Academische Rijkunst

Het originele ridderschap was dat van trainers van oorlogs- en hogeschool paarden. Kennis werd exclusief binnen het ridderschap gedeeld, zodat alleen diegenen die bij het ridderschap waren aangesloten op hoog niveau paarden konden opleiden voor de oorlogen.

Om de rijkunst der ridders en koningen niet verloren te laten gaan heeft Bent Branderup, grootmeester in de academische rijkunst, in 1997 het ‘Ridderschap van de Academische Rijkunst’ opgericht. Dit ridderschap stelt zich ten doel de pure, oorspronkelijke academische rijkunst te herontdekken, te beoefenen, te bewaren en vooral over te dragen. Het niveau tot toetreding van het oude ridderschap was hoog: piaffe, passage en tenminste 1 schoolsprong. Om het nieuwe ridderschap toegankelijk te maken is dit niveau verlaagd tot het niveau van een basis ‘working equitation’ trainer: de trainer van een paard dat tussen de hulpen staat.

Het Ridderschap van de Academische Rijkunst geeft ruiters die zich verbonden voelen met de academische rijkunst, de mogelijkheid om examens af te leggen om hun vaardigheden te tonen via diverse proeven op verschillende niveaus. Door het afleggen van de proeven kan men squire, ridder en uiteindelijk meester binnen het ridderschap in de academische rijkunst worden.

Het ridderschap is een organisatie van gepassioneerde paarden mensen die dezelfde fundamentele principes aanhangen: een ethisch en biomechanisch correcte training van ruiter en paard. Het is een internationale organisatie die de oude klassieke rijkunst onderzoekt en overbrengt aan de ruiters van deze tijd. Altijd met het idee van een ethisch verantwoorde mens-paard relatie in het achterhoofd. De leden beschouwen het ridderschap als een brainpool om oude en nieuwe informatie te delen en te onderzoeken.

Iedere combinatie van ruiter en paard kan via de academische rijkunst de natuurlijke talenten, krachten en vaardigheden van zichzelf en zijn paard ontwikkelen tot het niveau dat voor beiden prettig is. Dit kunnen de zijgangen in draf zijn of in galop, of de piaffe, passage, levade of courbette en wie de capaciteiten in huis heeft kan doorgroeien tot het hoogst haalbare: de kapriool. Het rijden van de proeven is binnen de academische Rijkunst geen doel op zich, het doel van de academische Rijkunst is het bewandelen van de weg: de ontwikkeling van ruiter en paard. De proeven geven echter houvast en bevestiging gedurende deze ontwikkeling.

Alle instructeurs genoemd op deze website hebben één of meerdere van de proeven met succes afgelegd.

Posities en proeven

Voorafgaande een grondwerk/longe en/of squireproef

Het niveau van de proeven wordt jaarlijks (tijdens de Summer Academy) geëvalueerd. Vaak worden er aanpassingen gedaan of wordt de moeilijkheidsgraad omhoog geschroefd. Het is daarom verstandig om bij een van de actieve leden van het Ridderschap te trainen voorafgaande een proef. Om een grondwerk/longe of squireproef te mogen starten is het verplicht dat je een aanbeveling hebt van een actief lid van het Ridderschap. De uitzondering hierop is als je uitsluitend bij Bent Branderup zelf hebt getraind, dan zal Bent zelf de aanbeveling doen.

Hieronder staan de proeven in korte vorm weergegeven. Voor de precieze choreografieën en overige statuten van het Ridderschap kun je kijken op de website van het Ridderschap.

De Grondwerk en Longeproef

Voorafgaand aan het afleggen van de gereden squireproef is het verplicht om de grondwerk en longeproef af te leggen. Aan de longeerlijn toont de trainer dat hij/zij het paard heeft opgeleid in een basistraining die overeenkomt met het gedachtegoed van de academsche rijkunst. Op kaptoom met enkele longe toont de trainer in stap allereerst het Academische Grondwerk: Dit volgens de choreochrafie van de squireproef: halt met een schouderbinnenwaarts en travers gewichtsverplaatsing, diagonalen, travers, schouderbinnenwaarts, appuyement, 1/2 werkpirouette, renvers door de hoek, verzameling en verruiming in de zijgangen, en schoolhalt op beide handen. Daarna toont de trainer aan de longe een paard in een correcte zelfhouding in de progressieve overhangen stap-halt-stap, stap-draf-stap, draf-galop-draf en in de niet-progressieve overgang draf-halt-draf. Tevens toont de trainer travers en lichte schouderbinnenwaarts aan de longe.

De Squireproef

De squireproef is het zogenaamde ‘toetredingsexamen’ tot het ridderschap. De squireproef is een proef op de hulpgeving en communicatie tussen ruiter en paard. In stap en draf toont de combinatie de zijgangen met een correcte buiging, voorwaarts-neerwaarts en een ondertredend achterbeen. Daarnaast wordt op beide handen in galop aangesprongen op de volte.

De Ridderproef

De ridderproef is de voortzetting op de squireproef met de zijgangen, verruiming en verzameling tevens in galop. Ook toont de ruiter naar beide kanten een vliegende galopswissel.

De Ringtesten

Als squire en ridder is het ook mogelijk om losse onderdelen te toetsen in de zogenaamde Gouden Ring Testen. Deze testen mogen zowel onder het zadel als aan de lange teugel of aan de hand worden afgelegd.  De verschillende Gouden Ring Testen zijn:

  • Piaffe
  • Passage
  • School-galop
  • Levade
  • Terre à terre
  • Croupade
  • Ballotade/Capriool
De Meesterproef

Een Ridder die alle Ringproeven heeft behaald kan het examen tot meester afleggen. Dit bestaat uit 2 onderdelen: 
– De Meester geeft een 30 minuten durende lezing over een relevant zelf gekozen onderwerp. 
– Een freestyle proef op muziek, waarin alle elementen van de riddertest en de ringen worden getoond. In Nederland zijn er nog geen meesters in de Academische Rijkunst.

De Grootmeester

De Grootmeester in de Academische Rijkunst geeft leiding aan het Ridderschap, Hij/zij neemt de proeven af en daarnaast is de grootmeester verantwoordelijk voor de beslissingen die binnen het ridderschap worden genomen. De huidige Grootmeester is Bent Branderup. Wanneer Bent niet langer in staat is deze functie te vervullen zullen de meesters onderling een nieuwe Grootmeester verkiezen.